Digitaal archief
2018
Nummer 541 - Januari-Februari
Theodorus Avinck - Nodig is de evangelische verootmoediging
“Waarom zegt dan Mijn volk: Wij zijn heren, wij zullen niet meer tot U komen?”
Jeremia 2:31c (2e verhandeling)
Nummer 542 - Maart
Bernardus Smijtegelt - Levend met Christus
“En ingegaan zijnde, vonden zij het lichaam van de Heere Jezus niet. Het geschiedde, toen zij daarover twijfelmoedig waren, zie, twee mannen stonden bij hen in blinkende klederen. En toen zij zeer bevreesd werden, en het aangezicht naar de aarde neigden, zeiden zij tot hen: Wat zoekt gij de Levende bij de doden? Hij is hier niet, maar Hij is opgestaan. Gedenkt, hoe Hij tot u gesproken heeft, toen Hij nog in Galilea was, zeggend: De Zoon des mensen moet overgeleverd worden in de handen der zondige mensen, en gekruisigd worden, en ten derden dage weer opstaan. En zij werden indachtig aan Zijn woorden. En weergekeerd zijnde van het graf, boodschapten zij al deze dingen aan de elven, en aan al de anderen. En dezen waren Maria Magdalena, en Johanna, en Maria, de moeder van Jakobus, en de anderen met hen, die dit tot de apostelen zeiden. En hun woorden schenen voor hen als ijdel geklap, en zij geloofden hen niet.”
Lukas 24:3-11
Nummer 543 - April
Johannes Barueth - Uw geloof heeft u behouden
“En het geschiedde, toen Hij naar Jeruzalem reisde, dat Hij door het midden van Samaría en Galiléa ging. En toen Hij in een zeker vlek kwam, ontmoetten Hem tien melaatse mannen, die van verre stonden; en zij verhieven hun stem, zeggend: Jezus, Meester! ontferm U onzer! En toen Hij hen zag, zei Hij tot hen: Ga heen en vertoon uzelf aan de priesters. En het geschiedde, terwijl zij heengingen, dat zij gereinigd werden. En een van hen, ziende dat hij genezen was, keerde weer, met grote stem God verheerlijkend. En hij viel op het aangezicht voor Zijn voeten, Hem dankend; en deze was een Samaritaan. En Jezus antwoordend, zei: Zijn niet de tien gereinigd geworden, en waar zijn de negen? En zijn er geen gevonden die weerkeren, om Gode eer te geven, dan deze vreemdeling? En Hij zei tot hem: Sta op, en ga heen; uw geloof heeft u behouden.”
Lukas 17:11-19
Nummer 544 - Mei
Nummer 544 - Mei
Abraham Hellenbroek - Werp u in Jezus’ armen voor rust
“Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.”
Mattheüs 11:28
Nummer 545 - Juni
Bernardus Smijtegelt - Sla toch acht op deze zaligheid
“Hoe zullen wij ontvlieden, indien wij op zo grote zaligheid geen acht nemen?”
Hebreeën 2:3a
Nummer 546 - Juli-Augustus
Sicco Tjaden - Er is hulp besteld bij een Held
“Wat buigt gij u neer, o mijn ziel! En wat zijt gij onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem nog loven; Hij is de menigvuldige Verlossing van mijn aangezicht, en mijn God.”
Psalm 42:12
Nummer 547 -September
Guilielmus Saldenus - Zoek de toekomende stad
“Zo laat ons dan tot Hem uitgaan buiten de legerplaats, Zijn smaadheid dragende. Want wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomende.”
Hebreeën 13:13-14
Nummer 548 - Oktober
Theodorus Avinck - Hoe vast en zeker is Gods belofte!
“En hij heeft aan de beloftenis Gods niet getwijfeld door ongeloof; maar is gesterkt geweest in het geloof, gevende God de eer.”
Romeinen 4:20 (1e verhandeling)
Nummer 549 - November
Jacobus de Groot - Hebt u Christus in uw hart ontvangen?
“Op Uw zaligheid wacht ik, HEERE!”
Genesis 49:18
Nummer 550 - December
Wilhelmus Eversdijk - Klamp u vast aan de sterke God
“Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij is op Zijn schouder; en men noemt Zijn naam Wonderlijk, Raad, sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst.”
Jesaja 9:5
‘…en men noemt Zijn naam (…) sterke
God…,’ Jesaja 9:5f