Digitaal archief
2017
Nummer 531 - Januari-Februari
Abraham Hellenbroek - Verspreidt u licht?
“Laat uw licht alzo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken mogen zien, en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken.”
Mattheüs 5:16
Nummer 532 - Maart
Dr. H.F. Kohlbrügge - Genade in een uithoek van de tempel
“En Hij zeide ook tot sommigen, die bij zichzelf vertrouwden dat zij rechtvaardig waren en de anderen niets achtten, deze gelijkenis: Twee mensen gingen op in de tempel om te bidden; de een was een Farizeeër en de ander een tollenaar. De Farizeeër, staande, bad dit bij zichzelf: O God! ik dank U dat ik niet ben gelijk de andere mensen: rovers, onrechtvaardigen, overspelers, of ook gelijk deze tollenaar. Ik vast tweemaal per week; ik geef tienden van alles wat ik bezit. En de tollenaar, van verre staande, wilde ook zelfs de ogen niet opheffen naar de hemel, maar sloeg op zijn borst, zeggende: O God! wees mij zondaar genadig! Ik zeg u: Deze ging af gerechtvaardigd in zijn huis, meer dan die; want een ieder die zichzelf verhoogt, zal vernederd worden, en die zichzelf vernedert, zal verhoogd worden.”
Lukas 18:9-14
Nummer 533 - April
Joannes Beukelman - Zonder vrees naar het koninkrijk
"Vrees niet, gij klein kuddeke, want het is uws Vaders welbehagen, u het Koninkrijk te geven.”
Lucas 12:32
Nummer 534 - Mei
Justus Vermeer - Bede van de gelovige om de hulp van God
“Ik zal de weg van Uw geboden lopen, als Gij mijn hart verwijd zult hebben.”
Psalm 119:32
Nummer 535 - Juni
Theodorus Adrianus Clarisse - Dwing ze in te komen
En die dienstknecht weergekomen zijnde, boodschapte deze dingen zijn heer. Toen werd de heer des huizes toornig, en zei tot zijn dienstknecht: Ga haastig uit in de straten en wijken der stad, en breng de armen en verminkten en kreupelen en blinden hier in. En de dienstknecht zei: Heer, het is geschied, gelijk gij bevolen hebt, en nog is er plaats. En de heer zei tot de dienstknecht: Ga uit in de wegen en heggen; en dwing ze in te komen, opdat mijn huis vol worde; want ik zeg u dat niemand van die mannen die genodigd waren, mijn avondmaal smaken zal.
Lukas 14:21-24
Nummer 557 - Augustus-September
Theodorus van der Groe - Vreemdeling op aarde
”Want wij zijn vreemdelingen en bijwoners voor Uw aangezicht, gelijk al onze vaders”.
1 Kronieken 29:15a
Nummer 537 - September
Bernardus Smytegelt - Verlaat uw weg en gedachten
“De goddeloze verlate zijn weg, en de ongerechtige man zijn gedachten”.
Jesaja 55:7a
Nummer 538 - Oktober
Bernardus Smytegelt - Bent u bekeerd?
“En hij bekere Zich tot de HEERE, … en tot onze God”.
Jesaja 55:7a
Nummer 539 - November
Theodorus Avinck - God maakt de geest van nederigen levend
“Waarom zegt dan Mijn volk: Wij zijn heren, wij zullen niet meer tot U komen?”
Jeremia 2:31c (1e verhandeling)
Nummer 540 - December
Wilhelmus Eversdijk - Is Jezus uw Raadsman?
“Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij is op Zijn schouder; en men noemt Zijn naam Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst.”
Jesaja 9:5
"… en men noemt Zijn naam (…) Raad…,"
Jesaja 9:5e